Categorie archief: Gastauteur

Het leven in de vrouwenopvang in Karachi

Josette-blogIn tegenstelling tot de Dar-ul-Aman die ik bezocht in Lahore vorig jaar is Panah Shelter Home in Karachi, Pakistan een private instelling en dat was overduidelijk te zien. In tegenstelling tot de Dar-ul-Aman kwamen hier de spiralen niet door de banken en stoelen, waren de slaapzalen keurig op orde en waren er zelfs een paar computers geïnstalleerd voor de inwoonsters. Door een groot aantal sponsoren en donateurs te betrekken bij het opvanghuis is het mogelijk om al deze zaken te bekostigen.

In 2014 vingen ze in totaal 309 vrouwen op die door huiselijk geweld (ruim 60%), uitoefening van het recht om zelf een partner uit te zoeken (22%), onveiligheid (12%) of verkrachting (3%) zijn gevlucht. Op het moment dat ik daar was, zaten er 32 vrouwen en 6 kinderen in de opvang. Er is geen andere vrouwenopvang in Karachi, de grootste stad van Pakistan. Met een bevolking van naar schatting 22 miljoen zou je in eerste instantie kunnen denken dat het probleem van geweld tegen vrouwen zeer gering is. Zeker in vergelijking met Nederland met 2.400 plekken voor vrouwenopvang op een populatie kleiner dan de stad Karachi…!

Geen kennis over rechten

Zoals ik in mijn eerdere column ‘if he does not beat you, he does not love you’ al aangaf, gaat het bij geweld tegen vrouwen om een zeer complex probleem. De sociaal maatschappelijke context geeft aan dat je bij je man behoort te blijven, het huwelijk is niet voor niets gearrangeerd. Bovendien is naar schatting 70 procent van de Pakistaanse vrouwen analfabeet, dus ze hebben geen enkele kennis over hun rechten. Het aantal vrouwen dat in een geweldsituatie zit en daar niet uit (kan) komen, is dus een veelheid van de geregistreerde 309 vrouwen.

Inspelen op talenten

Vrouwen die in Panah Shelter Home worden opgevangen, verblijven gemiddeld 3 tot 4 maanden. De eerste periode is bedoeld om tot rust te komen. Daarna worden de inwoonsters gestimuleerd om taallessen Urdu te volgen, computertraining te doen of handwerklessen te ontvangen. Aangezien de vrouwen maar kortdurend in het opvanghuis verblijven, proberen de medewerkers zo snel mogelijk in te spelen op de talenten van de vrouwen.

Begeleiding naar ondernemerschap

Ze slapen op slaapzalen en koken hun eigen eten. Voor voedsel wordt gezorgd, maar ook voor medische zorg en juridische bijstand. Met de huidige wetgeving is het mogelijk om via de rechter de voogdij te krijgen over de kinderen. Dit is gelukkig niet alleen een mooie wetgeving op papier, maar het wordt ook nageleefd door de rechters in Karachi in redelijk kortlopende (3 tot 4 maanden) rechtzaken. Na de periode in de opvang gaan de vrouwen met hun kinderen naar een nieuw onderkomen. Een ondernemersprogramma als Krachtbedrijf (begeleiding van vrouwen uit de opvang naar ondernemerschap) zou passen bij hun activiteiten, of in de vorm van zelfstandig, individueel, ondernemerschap of via de vorming van coöperaties. Daarvoor gaan we met elkaar de volgende stappen zetten…

WE CAN changemaker Josette Dijkhuizen is ondernemersadviseur, wetenschapper, auteur, spreker en initiatiefnemer van het Krachtbedrijf.

Naaktfoto’s

foto_van_discussie_Radio_EenVandaag_okt_2014_bewerktHet probleem ligt bij de ontvanger, niet bij de zender

Het is een hot onderwerp in de media: jongeren die elkaar ‘naaktfoto’s’ sturen. Journalisten vragen zich vertwijfeld af wat jongeren bezielt. Onlangs mocht ik hierop reageren bij Radio EenVandaag. Een mooie kans om het op te nemen voor deze jongeren.

Het blijkt steeds opnieuw uit onderzoek: jongeren sturen elkaar via social media naaktfoto’s en -filmpjes van zichzelf. Overigens wordt het woord ‘naakt’ vaak slordig gebruikt en is de afgebeelde persoon lang niet altijd naakt. Ik spreek daarom liever over sexy foto’s en filmpjes. Dat zulke foto’s en filmpjes soms ongewenst verspreid worden, is helaas al bijna geen nieuws meer. De manier waarop hierover gepraat wordt, is echter verontrustend. Ik nam dan ook graag de uitnodiging aan om mee te praten over dit onderwerp bij Radio EenVandaag.

Leuker seksleven

Aan tafel zitten twee presentatoren, vaste gast Barbara Barend, twee jongeren die iets kunnen vertellen over naaktfoto’s bij hun op school, Lily, van wie een sexy filmpje op YouTube eindigde, en ik. Het is een interessant gesprek, waarin ik samen met Lily uit kan leggen dat het hartstikke leuk kan zijn om een sexy foto van jezelf naar iemand te sturen, mits dat vrijwillig gebeurt natuurlijk, bijvoorbeeld om je seksleven leuker te maken.

Belangrijk punt

Ik grijp echter ook de kans om een belangrijker punt te maken, namelijk dat het probleem niet ligt bij het sturen van een sexy foto of filmpje, maar bij de ongewenste verspreiding ervan. Zowel volwassenen als jongeren noemen het ‘dom’ of zelfs ‘sletterig’ als iemand een sexy foto of filmpje van zichzelf naar iemand anders stuurt. Echter, zo’n foto of filmpje wordt over het algemeen via een privébericht gestuurd, vooral als het wat bloter materiaal betreft. Er ontstaat pas een probleem als iemand besluit om dit bericht door te sturen. We moeten dus niet degene veroordelen die een sexy foto of filmpje stuurt, maar degene die dit verspreidt.

Kwetsbaar

Lily is het met me eens. Als de presentator vraagt of zij haar partner nog eens zo’n filmpje zou sturen, zegt ze dan ook volmondig ‘ja’. Barbara Barend reageert op deze moedige uitspraak dat ze die keus opmerkelijk vindt: ‘Als je weet hoe kwetsbaar je dan kunt zijn…’ Eigenlijk zegt ze opnieuw, in bedekte termen, wat slachtoffers zo vaak te horen krijgen: dat het hun eigen schuld is als het mis gaat. Gelukkig is de tijd nog niet om en kan ik er tegenin brengen dat ik juist blij ben dat Lily zich kwetsbaar op blijft stellen en uit het leven haalt wat erin zit, ook op seksueel gebied, ook als dat risico’s met zich meebrengt. We nemen immers elke dag risico’s; dat moet wel als we leuke en belangrijke dingen willen blijven doen. Kort daarop is het tijd om te stoppen en gaat ieder weer zijn eigen weg.

Verandering

Ik hoop dat ik heb bijgedragen aan een verandering in de manier waarop we praten over jongeren en ‘naaktfoto’s’. Dat slachtoffers niet lang meer hoeven te horen dat het ook ‘niet zo handig’ is om een sexy foto of filmpje te sturen. En dat er in plaats daarvan een discussie op gang komt over het ontvangen van een sexy foto of filmpje, en welke verantwoordelijkheden dat met zich meebrengt.

Luister hier het gesprek terug.

WE CAN changemaker Marijke Naezer is promovendus aan het Institute for Gender Studies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Haar onderzoek gaat over jongeren, seksualiteit en social media. Deze blog stond ook op kennislink.nl.

Unbreakable?

Hanny-Lynch-Unbreakable-blogLang heb ik gewikt en gewogen… Want ik weet wel, dat ik met mijn incest-verleden unbreakable ben. Vaak heb ik op de website van ProjectUnbreakable gekeken naar de afbeeldingen van andere mensen. Heftige foto’s van lotgenoten die seksueel misbruikt zijn. Door met een citaat van de dader op de foto te gaan helpen zij het taboe te doorbreken.

Stichting Revief bood de mogelijkheid tot een fotoshoot voor Unbreakable, gecombineerd met een gedegen voorbereiding. Toen kwam het voor mij dichterbij en besloot ik ook mijn portret te laten vastleggen. De fotoshoot was in Den Haag en het was mooi om daar lotgenoten te ontmoeten.

Quote

In mijn hoofd had ik al een quote van mijn dader. Deze zin kende ik al zo lang en ik had hier al zo vaak over gedeeld. In therapie, naar mijn familie, naar de dader, in mijn boek en naar andere lotgenoten. In de voorbereiding op de fotoshoot was het vooraf delen met anderen toch weer heftig. Toen ik het citaat op papier had gezet en het daar in koeieletters zag staan, raakte het mij diep in mijn ziel. Dit had ik niet verwacht. Nadat de foto was gemaakt kon ik op het display van de camera het resultaat zien. Dit was te klein om de impact te voelen, vooral zonder leesbril, maar ik had alle vertrouwen.

Verdriet

Na een week kreeg ik de foto in mijn mailbox… Ik opende het bestand en zag mezelf nu op een groot scherm. Ik zag het verdriet in mijn gezicht, wat me erg raakte en ik ervan in tranen was. Nog een week later kreeg ik een telefoontje van de voorzitter van Revief. Zij vroeg mij of mijn foto mocht worden afgedrukt op een billboard, voor de reizende tentoonstelling. Ik werd overvallen, maar had al snel voor mezelf duidelijk dat dit een belangrijke stap was om het taboe te kunnen helpen doorbreken. Ik stemde toe en eind december werd de tentoonstelling in de St.Bavokerk in Haarlem geopend door de Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer.

Het taboe is nog steeds groot

En weer toen ik mijn eigen foto zag, nu levensgroot, waren er tranen… Ik hoop met heel mijn hart dat mijn foto en die van al die anderen lotgenoten, bij kunnen dragen tot meer bewustwording. Seksueel misbruik gebeurt en het taboe erop is nog steeds groot. Voor mij persoonlijk was het een mooi project dat me weer een stukje heling heeft gebracht.

Hanny Lynch is een actieve WE CAN changemaker, droomwerker, auteur, taboedoorbreker en lotgenotenverbinder. Ze is incestoverlever en schreef het boek ‘Als het hek van de dam is… over dromen en incest’. Lees meer op haar website dreamwolf.nl.

Vrouwen hebben ook hersens

vrouwelijke-wetenschappers-blogVrouwen doen ook aan wetenschap en dat doen ze even goed als mannen. Klinkt logisch, toch? Helaas is dit nog niet overal doorgedrongen.

Sinds- bijna 150 jaar geleden – de eerste vrouw werd toegelaten tot een Nederlandse universiteit (Aletta Jacobs), is het aantal vrouwelijke studenten flink gestegen. Inmiddels is ongeveer de helft van alle studenten vrouw. Er zijn meer vrouwen die afstuderen dan mannen, maar ze nemen minder vaak de volgende stap op de universitaire carrièreladder: een promotie-onderzoek. Toch is nog bijna de helft van alle promovendi vrouw. Daarna gebeurt er iets geks: bij elke volgende stap op weg naar de wetenschappelijke top zijn er relatief minder vrouwen te vinden. Aangekomen bij de prestigieuze functie van hoogleraar, zien we nog maar 15% vrouwen (bron: Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2012).

Mythes

Marieke van den Brink haalde in haar promotie-onderzoek met succes een aantal mythes onderuit die dit zouden verklaren. Mythes zoals: er zijn niet voldoende vrouwen die in aanmerking komen, het komt door deeltijd werken, vrouwen hebben geen ambitie om hogerop te komen, vrouwen hebben bij sollicitaties evenveel kans en het enige dat telt is kwaliteit (zie voor een korte samenvatting haar publicatie Hoogleraarbenoemingen in Nederland). Deze mythes verhullen dat het in de wetenschap nog vaak oude-jongens-krentenbrood is: mannen kiezen mannen, ook als er geen gebrek aan goede vrouwen is (zie ook dit klassieke onderzoek uit Zweden).

Consequent onzichtbaar

En zo kan het gebeuren dat hét Nederlandse instituut voor de wetenschap, de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), in haar bijeenkomsten in februari 2015 slechts 4 vrouwelijke sprekers aan het woord laat, tegenover 26 mannelijke sprekers. En zo kan het ook gebeuren dat tussen de vijf wetenschappers van ‘mijn’ universiteit, de Radboud Universiteit, die in 2014 werden geselecteerd als lid van de Academia Europaea (het Europese genootschap van topwetenschappers), maar één vrouw zat, hoewel zij in het oorspronkelijke nieuwsbericht van de universiteit helaas niet genoemd werd (zie foto). Het totaal aantal Radboud-mannen in het genootschap komt daarmee op 24, tegenover 5 Radboud-vrouwen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zette in de Wetenschapsvisie 2025 een foto van wetenschappers op wie we trots mogen zijn: allemaal mannen.

Foto_Academia_Europaea_-_mannen

Oorspronkelijke aankondiging van de nieuwe Radboud-leden van de Academia Europaea: allemaal mannen. Later bleek er ook een vrouw te zijn benoemd.

Rolmodellen

Ik zou een boek kunnen vullen met dergelijke voorbeelden. Vrouwen worden in de wetenschap consequent onzichtbaar gemaakt. Dat belemmert hun carrière en zorgt ervoor dat jongeren (meiden) te weinig inspirerende rolmodellen kennen (meer over het belang van rolmodellen zie de blog van Mijntje Luckerath en het artikel van Albert Bandura over Social Learning Theory).

Gelijke kansen

Gelukkig heeft de KNAW bij het project Faces of Science goed opgelet: van de eerste 21 faces zijn er 12 vrouw. Ik ben er trots op dat ik via dit project kan laten zien dat vrouwen net zulke goede wetenschappers zijn als mannen. Geen woorden maar daden, zoals zoveel vrouwen dat met mij doen. Dat het maar mag helpen om de boodschap over te brengen: vrouwen hebben ook hersens. En dat het maar een extra motivatie mag zijn voor meiden en vrouwen om zich niet uit het veld te laten slaan door ouderwetse stereotypen en vooroordelen. Op naar écht gelijke kansen!

WE CAN changemaker Marijke Naezer is promovendus aan het Institute for Gender Studies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Deze blog stond ook op kennislink.nl.

We Can, We Will

changemakers2With 25th November, once again women’s rights advocates, activists and practitioners are commemorating the 16 days of activism to end violence against women. For us, this is the time of the year to remember and salute not one, not two but over 3.5 million extraordinary women and men across South Asia – the 3.5 million ‘change makers’ who have taken the simple yet brave step of pledging publicly never to tolerate and/or commit violence against women in their lives and to talk to ten more people within their spheres of influence.

This simple pledge has become a powerful tool in the social movement called ‘We Can’ lovingly known as ‘mumkin hai’, ‘aamrai pari’, ‘hami sakchho’ and in 16 other local variations across the globe. What started in South Asia as a 5 year, 5 country campaign, has today spread to 16 countries continuing to inspire ordinary women and men, girls and boys to join forces to make a dent in ending violence against women.

Why South Asia?

South Asian countries have one of the worst indicators on continued violence against women. Nearly 50% of women in South Asia face violence in their homes. With entrenched social attitudes, beliefs and practices overtly and covertly condoning violence against women, violence is a silently accepted reality of women’s lives and breaking this silence would threaten their lives.

Everyday violence has become common sense and even considered ‘normal’ by women themselves, their families, neighbors, friends and family, creating a pervasive culture of gender-based violence in South Asia, eroding women’s fundamental rights. This also explains the uniformly poor gender-related development indices in crucial sectors like health, nutrition, education, political participation, and employment. Sharp gender bias has also led to 50 million fewer women in the population; girls and women in South Asia die prematurely through neglect and violence. This is known as the ‘missing women’ phenomenon. This situation will not just be changed by state laws and international agreements. Until men’s and women’s belief that violence against women is a ‘private’ matter and culturally acceptable is challenged and changed, the violence and discrimination will continue.[1]

Change begins with me

The central tenet of the ‘We Can’ campaign has been the mobilization of changemakers – triggering a process of deep personal change among millions of men and women, challenging and changing attitudes, beliefs and practices that perpetuate and condone violence against women. The campaign is based on the following core principles:

– Change is possible and is necessary
– Personal change is necessary for larger social change
– Every individual has the power to change and hence also the responsibility to change
– The journey and pace of change will differ for all individuals
– It is critical to ‘break the silence’ surrounding violence against women

Based on the above core principles, the campaign strategy has been to take a supportive role, rather than a directive one. The campaign core group believes that change is an iterative process for each one of us, but there are certain stages that an individual passes through, starting from pre-contemplation, to contemplation, moving on to preparation for action, action and institutionalization of change. Each individual moves through these stages at a different pace and might move back and forth between these stages. It is the positive reinforcement and support from the campaign that helps her or him tread the stages. This cycle is repeated over again and again to deepen the changes.

Personal is political

The campaign goes beyond personal change at individual level to collective action as well as changes at institutional level by encouraging changemakers to talk about this pervasive issue within their sphere of influence, triggering supportive and growing networks of like-minded individuals within institutions such as families, communities, schools, and workplaces among others. Growing number of networks within any institution build a demand for change from within and campaign support to the leaders within those institutions helps them to respond positively to this demand for change in institutional norms and policies.

Personal stories of change

With a sophisticated theory of change underpinning the ‘We Can’ campaign, what remains most inspiring, are the individual changemakers’ stories of personal change. From the young girl in Udaipur, India, who bravely confronted her elder brother for being violent and disrespectful to his wife, or the housewife in Nepal who realized that she had been giving herself excuses and tolerating domestic violence in the name of love, or the numerous young men in Bangladesh who pledged to share household chores with their wives, and followed up with actions, despite the negative reactions, even ridicule from their friends and family, or the old man in Sri Lanka, who, after 38 years of a turbulent marriage, attended the We Can awareness raising sessions and decided to’ give equality a try’. Today, he sits with young people and says, if only he had taken this small step 38 years ago, his life would have been different.

The stories are numerous and each one is unique. What is common in all the stories is, that the simple messages of the campaign resonated with their lived experiences, the campaign messages did not ridicule, blame or dehumanize them, rather gave them the option to change, to join with numerous others like themselves and the platform to invite others to join the same journey.

Despite the grim statistics of violence against women, it is these 3.5 million stories of personal, collective and institutional change that give us hope that change is possible and that it is in our hands to trigger that change, that We Can and We Will.

[1] Towards Ending Violence Against Women in South Asia, Oxfam Briefing Paper, August 2004

Nidhi Labh, Rashmi Singh, Prasanna Gettu are members of the We Can Global Network and remain active in the We Can campaign in South Asia. All of them are women’s rights activists, who continue to challenge discrimination in all spheres of life.  This blog is also published on atriaontmoet.nl.

Blogs Week Zonder Geweld

Logo-wzg-blogTijdens de Changemakersmeeting op 1 november vroegen we de deelnemers van de workshop ‘Blog schrijven’ om een blog te schrijven in het kader van de Week Zonder Geweld. Drie changemakers schreven een mooie, persoonlijke blog.

Blog 1: Zonder Geweld

Ze valt bij mij binnen met grote verdwaasde opengesperde ogen. Er is mij geadviseerd met jou te gaan praten, zegt ze. Ze gaat zitten en barst in huilen uit.
Ik luister, tussen haar huilbuien door, naar een woordenstroom. Ze beschrijft haar leven als een film die terug wordt gespoeld.

In mijn maag ontspruit een knoop, in mijn hoofd probeer ik haar leven te ordenen. Zij steekt de ene sigaret met de volgende aan. Eén van de huisregels – verboden te roken – bestaat even niet.

Ik zet een raam open. Zij is een jonge moeder, gevlucht uit een huwelijk gevuld met geweld, geestelijk geweld, lichamelijk geweld, financieel geweld. Haar identiteit is haar vanaf het begin ontnomen, hij gaf haar een dag later een nieuwe naam, LieLie. Het wordt mij duidelijk dat niet alleen haar identiteit haar ontnomen is, maar ook alles waarmee je onafhankelijk kan zijn.

Onnadenkend gaf zij haar eigen leven op, haar vrienden, haar huis, haar baan, haar auto. En na 10 jaar dringt het tot haar door dat zij gevangen zit in geweld. Zij ziet geen mogelijkheid te ontsnappen omdat zij zich niet onafhankelijk kan bewegen.

Een uur later zitten wij bij een advocaat. Inmiddels heeft ze een optrekje voor haar en de kinderen en een baan. Maar het geweld, de dreiging en de angst, blijft.

Marie Juliette

Blog 2: Laat het los

Laatst werd ik gebeld door een vriendin. Tijdens dit gesprek vertelde ze dat ze een tip voor mij had waardoor mijn leven makkelijker te dragen is. Ik was zeer benieuwd want alle hulp is welkom.

“Laat het los”, zei ze goed bedoeld tegen mij. Jaarlijks worden 119.000 kinderen mishandeld. Ik was zo’n kind.

Zo’n 200.000 personen worden jaarlijks slachtoffer van huiselijk geweld. Ik was zo’n persoon.

Eén op de 10 Nederlandse vrouwen is ooit in haar leven verkracht. Ik ben één van die vrouwen.

Per jaar doen ruim 45.000 mensen aangifte van openlijke geweldpleging (mishandeling). Ik ben één van deze mensen.

Mijn vriendin heeft de oplossing voor dit alles: laat het los. Ik werd er stil van en later moest ik huilen. Van ……. ellende.

Ilona

Blog 3: De dader

Deze week is het de Week Zonder Geweld. Veel berichten zullen gaan over de vele mensen die jaarlijks slachtoffer van geweld worden. In Nederland. Maar er zijn ongeveer net zo veel daders als slachtoffers. De daders hebben misschien nog wel meer aandacht nodig, want zonder dader, is er geen slachtoffer. Daarom wil ik het graag eens hebben over de dader.

Hoeveel daders?

In Nederland zijn er jaarlijks ongeveer 200.000 mensen die fysiek geweld tegen anderen plegen. Dit getal is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Veel slachtoffers doen geen aangifte en veel daders zullen hun actie niet op facebook delen, dus het precieze aantal weet niemand. Bij deze cijfers kunnen ook nog de daders van seksueel geweld en psychisch geweld worden opgeteld. De kans dat er jaarlijks een half miljoen mensen geweld tegen iemand anders gebruiken in Nederland is best wel groot.

Wie is de dader?

In films en stripboeken is het altijd duidelijk wie the badguy is. Hij is lelijk en er zijn gemene lachjes en geluiden die zijn slechte intenties duidelijk maken. Helaas is het in het echte leven niet zo makkelijk. In veel gevallen is de dader iemand waarvan het slachtoffer houdt, een vader of oom. Het kan ook een bekende zijn of een onbekend persoon op straat. Lastig hoor. Soms weet de dader ook helemaal niet dat hij de dader is. Natuurlijk, slaan is verkeerd. Maar als hij van huis uit heeft meegekregen dat slaan een geaccepteerde straf is, dan is het voor hem best wel moeilijk om helemaal alleen dit aangeleerde gedrag te veranderen. Ook met seksueel geweld is dit een probleem. Het is algemeen geaccepteerd om vervelende opmerkingen naar meiden en vrouwen te maken, dus waar is de grens?

Help de dader

Onderwijs, andere normen en waarden en betere wetgeving kunnen helpen om het aantal daders te verkleinen. Immers als iemand leert dat iets fout is, voordat hij dat doet, is de kans kleiner dat hij dader wordt. Al vroeg beginnen om het gesprek mogelijk te maken bij potentiële daders helpt dus om een geweldloze samenleving te creëren.

Waarom is dat er nog niet?

Soms verbaas ik mij erover dat anno 2014 er nog steeds geen maatschappelijke norm is om vrouwen te beschermen tegen geweld. Laatst had ik door waarom dit is. De meeste mensen die besluiten nemen over de veiligheid van vrouwen zijn mannen. Zij zitten in de politiek of bestuursfuncties. Grote kans dat een deel van die mannen ook dader is (geweest) van geweld. Dat één op de drie vrouwen te maken krijgt met seksueel geweld, betekent ook dat ongeveer één op de drie mannen pleger is van dit geweld. Die mannen zijn nu aan de macht. Kleine kans dat zij hun beleid aanpassen, want daar kunnen zij zelf weer slachtoffer van worden. Of misschien vinden zij het wel ‘normaal’ dat dit gebeurd.

Spiraal verbreken

De enige opties om dit spanningsveld te verbreken zijn onderwijs aan kinderen en jongeren of protest. Er is echter wel iets meer nodig dan een middagje Malieveld om mannen duidelijk te maken dat er actie moet komen. Maar wij kunnen zorgen voor een betere wereld: begin bij de (potentiële) dader.

Niraï

De Week Zonder Geweld is jaarlijks van 25 november tot en met 1 december. Wil je ook een blog schrijven? Hier vind je tips.

Stop huiselijk geweld

Marith-Rebel-websiteDeze week is het de ‘Week Zonder Geweld’: een moment om stil te staan bij de feiten. In Nederland zijn jaarlijks ruim 200.000 vrouwen slachtoffer van lichamelijk en seksueel geweld. 39% van de vrouwen is ooit slachtoffer geworden van seksueel geweld, naar schatting overlijden jaarlijks 60-80 vrouwen aan de gevolgen van huiselijk geweld. Op 25 november was het International End Violence against Women Day. Ook in internationaal perspectief wordt aandacht gevraagd voor geweld tegen vrouwen. Een week, een dag. Ik wil naar een tijdperk zonder geweld, geweld is nooit een optie.

Afgelopen zondag zag ik op het IDFA de Zweedse documentaire ‘My life, my lesson’ waarin de 16-jarige Felicia wordt gevolgd.  Felicia is de oudste van vier kinderen. Zij wonen met hun moeder in een buitenwijk van Stockholm. De kinderen waren getuigen van huiselijk geweld en omdat zowel hun moeder als vader verschillende middelen gebruikten zijn ze enige tijd uit huis geplaatst. Nu is vader weer op vrije voeten en bedreigt hij het gezin en moeten ze vluchten naar een opvanghuis.

Ernstig beschadigd

Het effect dat deze dreiging heeft op Felicia, op het gezin, wordt zeer indringend in beeld gebracht. De documentaire raakte me diep om verschillende redenen. Ik zag een jonge vrouw, eigenlijk een meisje nog, dat al zo beschadigd is geraakt. Kettingrokend, pillen slikkend, zichzelf snijdend probeert ze te overleven terwijl ze ook nog zorgt voor haar jongere boertje en zusjes. Het meegemaakte geweld en de machteloosheid hebben haar ernstig beschadigd. Een ogenschijnlijk stoere jonge vrouw, maar zo onzeker, zo klein nog, zo afhankelijk van steun en liefde, ook van de vader die haar moeder had geslagen en voor wie het gezin nu opnieuw moet vluchten.

Kracht van mensen

Geweld is onacceptabel. Maar veel geweld zien we niet. Huiselijk geweld vindt plaats achter de voordeur. En de consequenties voor kinderen zijn enorm. Daders hebben namelijk in hun jeugd vaak ook te maken gehad met geweld. We moeten dit stoppen, zodat kinderen als Felicia geen slachtoffer of dader worden. WE CAN doet dit door de kracht van mensen te gebruiken, en ook ik wil daar een bijdrage aan leveren als ‘changemaker’.

Zet machteloosheid om in actie

Jonge mensen moeten weerbaarder worden. Leer kinderen van jongs af aan over hun grenzen en hun rechten.  Vanaf groep 1 wat mij betreft. Leer ze nee zeggen, leer ze nee accepteren. Leer ze dat geweld nooit een optie is. Maak huiselijk geweld het onderwerp van maatschappelijke verontwaardiging. Creëer een maatschappij waarin we elkaar aanspreken. Door op te staan, door het gevoel van machteloosheid dat me bekroop na het zien van de documentaire om te zetten in actie. Ik zal blijven benoemen dat geweld nooit een optie is, zowel binnen als buiten de Kamer. Dat het een maatschappelijk probleem is. Ik zal blijven hameren op aandacht voor het fenomeen, blijven hameren op het belang van vroege signalering en vroege preventie. Laat de Week Zonder Geweld het begin zijn, de eerste week van een tijdperk zonder geweld.

Marith Rebel is Tweede Kamerlid PvdA en WE CAN changemaker.

‘Schattige meisjes’

Foto-blog-marijke-naezer‘Bitch.. Slet.. Hoer.. Ik haat je..’ Deze tweet is één van de berichten die Jeroen van Loon gebruikte voor zijn kunstwerk Kill your Darlings. Het kunstwerk bestaat uit kleine, hartvormige lcd-schermpjes. Op elk schermpje verschijnt eerst een foto van een meisje, met daarna een tweet van dat meisje waarin ze scheldwoorden gebruikt. Het laat volgens de kunstenaar zien hoe ‘schattige meisjes’ op Twitter veranderen in ‘monsters’.

Het kunstwerk Kill your Darlings van Jeroen van Loon is populair: het wordt door het hele land tentoongesteld en Van Loon geeft er regelmatig lezingen over. Op een regenachtige avond woon ik zo’n lezing bij. Ik schrik van de manier waarop Van Loon praat over ‘tienermeisjes’ en van zijn nonchalante antwoorden op kritische vragen.

Scheldwoorden

Het project begon toen Van Loon een kijkje ging nemen op de Twitter-tijdlijn van mensen die hij normaal gesproken niet tegenkwam. Zijn aandacht werd getrokken door tweets met grove scheldwoorden en hij besloot er een kunstwerk aan te wijden. Met een speciaal programma zocht hij tweets met grove scheldwoorden als ‘slet’ en ‘kanker’. Op zich een interessant idee: de tweets laten zien dat mensen zich soms behoorlijk laten gaan, en dat social media daar misschien wel een nieuwe dimensie aan geven. Iets om over te discussiëren.

Schattig

Helaas. Door een aantal keuzes is het vooral een kunstwerk geworden dat stereotypen bevestigt. Van Loon koos bijvoorbeeld alleen tweets van jongeren uit. Dit versterkt het idee dat jongeren zich op internet roekelozer en minder ‘netjes’ gedragen dan volwassenen. Bovendien koos Van Loon alleen voor meiden en negeerde hij de tweets van jongens. Waarom? ‘Bij meisjes is het contrast tussen hun schattige foto en hun tweets groter’. Dat is een interessante opmerking. In principe is het contrast tussen een lieve foto en een grove tweet natuurlijk niet groter bij meisjes dan bij jongens. Het is Van Loons eigen vooroordeel dat meiden ‘schattig’ zijn. Door het contrast te benadrukken, versterkt hij het idee dat meisjes schattig horen te zijn. Tot slot bevestigt Van Loon het stereotype dat social media slecht zijn: het komt door Twitter dat de ‘schattige meisjes’ veranderen in ‘monsters’.

Privacy

Misschien nog wel verontrustender dan dit alles is de nonchalante houding van Van Loon tegenover de privacy van de betreffende meiden. In het kunstwerk zijn niet alleen hun tweets en foto’s, maar ook hun Twitternamen opgenomen, waardoor ze vrij eenvoudig te vinden zijn. De meiden kunnen tot in lengte van dagen geconfronteerd worden met die ene tweet, die normaal gesproken alleen door volgers gezien zou worden en daarna snel zou verdwijnen in een enorme berg andere berichten. Of dit mag, vindt van Loon ‘niet interessant’. Of het erg ethisch is, maakt hem niet zo veel uit: ‘Als ik de foto’s en namen niet bij de berichten had gezet, was de impact minder groot geweest.’ De mogelijke impact van zijn werk op het leven van de meiden laat hem koud; evenals het recht van deze meiden op privacy.

Gevolgen

In de wetenschap is dit een belangrijke discussie: hoe ga je om met ‘openbare’ berichten van mensen (met name jongeren en kinderen) op social media? Neem je hun foto’s en uitspraken letterlijk over in je publicaties, ook als dat negatieve gevolgen voor ze kan hebben? In het begin van mijn onderzoek vond ik al dat gedoe rond privacy soms wat overdreven. Nu zou ik willen dat Van Loon erbij was geweest. Als volwassenen willen dat jongeren zorgvuldig omgaan met privacy, moeten ze zelf het goede voorbeeld geven.

WE CAN changemaker Marijke Naezer is promovendus aan het Institute for Gender Studies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Haar onderzoek gaat over jongeren, seksualiteit en social media. Deze blog stond ook op kennislink.nl.

Vrouwenzaken? Hoezo?

Vrouwenzaken_Hoezo_bewerktMijn moeder koos er voor om bij een man te blijven, die eigenlijk nog niet toe was aan het verdelen van de zorgtaken. Zij zorgde voor mijn oudere broer en voor mij. Mijn vader werkte, als fotograaf en later als hoofdredacteur, dus dag en nacht. Mijn vaders werk ging voor. Zo had hij dat geleerd. Mannen werken en zorgen voor brood op de plank. Mijn moeder werd geacht dat brood te smeren.

Ondanks deze uiterst conservatieve rolverdeling tussen man en vrouw, voer mijn moeder eind jaren 70 mee op de tweede feministische golf. Ze stond te juichen op de kade en kon niet wachten om in te stappen in de boot die haar zou leiden naar een nieuw en ogenschijnlijk beter leven. Een leven vol met kansen voor vrouwen. En vooral vol met kansen voor haar.

De mannenwereld uit

Ze ging weer naar school, ze kreeg een heleboel vriendinnen en ze bezocht wekelijks het vrouwencafé langs de dijk. Ze leerde dat het anders kon. Ze hoefde niet meer thuis te wachten met het eten, zoals haar moeder had gedaan. Ze hoefde niet meer netjes te zijn en beleefd, onderdanig bijna. Ze scheurde het keurslijf van jaren lange onderdrukking van zich af en danste vrij en vrolijk de mannenwereld uit. Op zoek naar zichzelf. Geweldig vond ik mijn moeder. En ik, als haar dochter, een meisje nog, mocht mee. Demonstraties, feestjes en de vrouwenpraatgroep. Terwijl mijn moeder en haar vrouwen discussieerden over een vrouwenrevolutie en rode wijn dronken, lag ik te slapen onder de tafel van het vrouwencafé. Ik lag letterlijk aan haar voeten.

Schipperen tussen behoudendheid en revolutie

Helaas ging mijn vader niet erg mee in de vrouwenstrijd. Daarom veranderde er thuis uiteindelijk niet veel en de feministische liederen van Valium 10, waar mijn moeder en ik, en zelfs mijn broer, die zich toch wat onbeholpen voelde met de hele situatie, op dansten, verdwenen weer in de kast zodra vader thuis kwam. Mijn moeder probeerde alles te zijn, haar grootste valkuil en die van vele vrouwen. Zij schipperden tenslotte tussen behoudendheid en revolutie. Mijn moeder probeerde naast goede activist, ook een goede partner, een goede moeder, een goede vriendin, een goede leerling en later een goede werknemer te zijn. En dan wilde ze eigenlijk ook nog wat tijd voor zichzelf. Zo werd het leven van mijn moeder één groot zorgbedrijf met één enkele goede, maar doodmoede werkneemster.

Mama en papa tegelijk

In 2002 beviel ik in het bijzijn van mijn moeder op 30-jarige leeftijd van mijn dochter Jet. Ik koos er voor om Jet alleen op te voeden. Over de verdeling werk en zorg hoefde ik dus niet na te denken. Ik was mama en papa tegelijk. Op Vaderdag kreeg ik van Jet een op de crèche zelfgemaakte stropdas. Ik stopte met mijn werk als fotograaf. Fotograaf en moeder ben je nou eenmaal niet in deeltijd, daarvoor vergt alleenstaand ouderschap te veel van je. Je kan namelijk wel kiezen voor alleen een kind opvoeden, het blijft mij nog dagelijks verbazen hoe weinig tijd je overhoudt voor creatieve uitingen en een carrière. Voor jezelf.

Waarom zoveel opvanghuizen?

Na een jaar werkzaam geweest te zijn bij de Vrouwenopvang Amsterdam en Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld had ik zin om de gordijnen te sluiten en me heel lang te verstoppen onder de dekens. De vrouwen aan de andere kant van de lijn hadden mij geraakt met hun verhalen over geweld, mishandeling en machtsmisbruik en vooral met hun kracht om uiteindelijk dit geweld, wel of niet met de geboden hulp, een halt toe te roepen. Maar hoe hadden zij zolang deze onderdrukking getolereerd? En waarom waren er landelijk zoveel opvanghuizen, die uitpuilden van de vrouwen en kinderen op de vlucht voor hun partners met losse handjes? In een tijd waarin men pretendeert man en vrouw gelijk te behandelen zou het toch niet nodig moeten zijn om zoveel save-houses en time-out plekken te hebben? Begrijpen deed ik het niet, en nog steeds niet.

Gelijke behandeling meer dan ooit verdiend

Net zo min begrijp ik mannen, die vrouwen geen hand willen geven. Een voorval op mijn latere werk bij een maatschappelijke opvangorganisatie: een medewerker in functie wilde een bezoeker van het vrouwelijke geslacht geen hand geven enkel en alleen om de simpele reden dat zij een vrouw is. Dat heeft me lange tijd bezig gehouden. Wikken en wegen tussen recht op handelen vanwege geloofsovertuiging en het recht op gelijke behandeling. Uiteindelijk is zo’n voorval niet moeilijk te beoordelen. Na het gevecht van mijn moeder en talloze andere vrouwen tijdens de tweede feministische golf hebben vrouwen dit recht op gelijke behandeling meer dan ooit verdiend en hoe sprekend is het dat al in 1622 (!) Marie de Gournay een verhandeling over de principiële gelijkheid van mannen en vrouwen schreef. Haar geschrift moet uiteraard geplaatst worden tegen de maatschappelijke constellatie van die tijd. Vrouwen zouden toen namelijk geen openbare functies mogen vervullen, omdat zij door hun uiterlijke schoonheden mannen in de verleiding zouden brengen. Nu, in 2010, bijna 400 jaren later, zijn er dus nog steeds mannen die verschil maken in de behandeling tussen mannen en vrouwen. En moeten we wederom in discussie over of dit juist is of niet.

Vergelijkbaar met Botswana

En zo komen we bij het belang van Internationale Vrouwendag en het belang van aandacht besteden aan vrouwenzaken. Natuurlijk is dat belang er, nog dagelijks hebben we te maken met zaken die voor vrouwen anders zijn geregeld of uitpakken dan voor mannen. Niet lang geleden las ik in Het Parool over vrouwen die beweren dat Het Glazen Plafond helemaal niet bestaat, in tegenstelling tot wat Ina Brouwer in haar boek uit 2003 beweert. Echter is in Nederland amper vijf procent van de hoogleraren vrouw en daarmee bungelt Nederland onderaan de EU-lijst, en is de situatie hier vergelijkbaar met die in een land als Botswana. Daarnaast maakt in geen van de vijfentwintig grootste bedrijven een vrouw deel uit van de Raad van Bestuur.

Dagelijks geconfronteerd

Nog dagelijks gaan vrouwen over straat en worden nagefloten of ze dat nou willen of niet, buigen hun hoofd voor het gesis van hitsige types. Dagelijks worden we geconfronteerd met reclames en videoclips, die ronduit seksistisch zijn. Mediauitingen, die ons als ouders slapeloze nachten bezorgen: ‘Als mijn dochter er maar niet zo bij gaat lopen later. Als mijn zoon zich maar niet als een pimp gaat gedragen.’ En we hopen allemaal dat onze kinderen beter weten en opgroeien als respectabele mensen, die anderen niet beoordelen op ras, geloof en sekse.

Blijven praten over emancipatie en vrouwenzaken

En dan heb ik het nog niet gehad over de achterstand van vrouwen in andere landen, waar zij klein worden gehouden door hen te verbieden te stemmen of hen te dwingen zich te verstoppen in huis of achter lappen stof. Natuurlijk moeten we blijven praten over emancipatie en vrouwenzaken. We leven in een voortdurend veranderende en dynamische maatschappij. Mensen komen en gaan. Denkbeelden moeten worden aangescherpt of aangepast. Die tweede golf was niet genoeg, net als de eerste, er is een derde golf feministen opgestaan en de vierde staat al op de stoep. Bh’s hoeven wellicht niet meer massaal te worden verbrand, maar laten we tenminste een keer per jaar op Internationale Vrouwendag op de hele wereld praten, nadenken, discussiëren en actie voeren over en voor vrouwen.

We wilden gelijkheid

Jet is nu 7 en wil graag lijken op Katy Perry. Ze staat voor de spiegel te draaien met haar heupen, smeert haar gezicht vol met make-up en roept tussen het playbacken door: ‘Mama, ik wil een buiktopje!.’ En mijn ouders? De druk van de stille machtsstrijd tussen man en vrouw werd hen uiteindelijk te veel, de kloof tussen mijn ouders onoverkomelijk en mijn broer en ik, toen 12 en 14 jaar, waren het gedoe trouwens ook meer dan zat. We wilden gelijkheid.

WE CAN changemaker Marieke Josselet is pr & communicatieadviseur en fotograaf. Deze blog is ook te lezen op haar website imagesofmariekejosselet.wordpress.com

Seksueel misbruik in de opleidingen

banner320x180Watwelwerkt-bewerktDe commissie Rouvoet heeft de jeugdhulpverlening onlangs aangesproken en het dwingend advies gegeven om seksualiteit en seksueel misbruik bespreekbaar te maken. Om het als vast thema op de vergaderagenda van teams te zetten en bij intakes en evaluaties ter sprake te brengen. Een mooi advies dat zeker ruimte schept voor verbeteringen. Ik heb een tijdje in de jeugdzorg gewerkt en uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het met de vaardigheden om over seksualiteit te praten nogal eens droevig gesteld is.

Natuurlijk ligt een oorzaak in het taboe rondom seksualiteit in het algemeen. Maar juist in jeugdzorg zou je verwachten dat seks een onderwerp van gesprek zou zijn. Vooral omdat veel kinderen juist door seksueel misbruik uit huis geplaatst worden. De conclusie van Rouvoet was onder andere dat werkers in de opleidingen onvoldoende handvatten hebben gekregen. Hierdoor wordt er rondom het onderwerp dat jongeren het meeste bezighoudt (in elk geval in de leeftijd waar ik mee werkte, 16 tot 18 jarigen) in alle talen gezwegen. Inmiddels heeft het HBO in elk geval in zijn eindtermen seksualiteit en seksueel misbruik als onderwerp meegenomen, hopelijk betekent dat, voor de toekomst, beter toegeruste medewerkers.

Ontbreken van een ‘taal’

Wat er aan de hand is, in mijn opinie, is dat we geen taal hebben ontwikkeld om op een natuurlijke manier over juist de beleving van seksualiteit te praten. Het lijkt alsof we kunnen kiezen tussen de Latijnse namen als penis en vagina, waarmee je bij jongeren geen aansluiting krijgt en je al snel klinkt als een medische voorlichter, en platte namen die verworden zijn tot scheldwoorden zoals kut en lul, waarbij je wellicht aansluiting vindt, maar geen toegang krijgt tot de beleving van intimiteit en seksualiteit waar het werkelijk om draait.

Wat jongeren eigenlijk moeten leren (en dus hun hulpverleners ook)

Met voorlichting over hoe een condoom werkt en welke ziektes je allemaal kunt oplopen ben je er nog lang niet. Wat jongeren te leren hebben, is praten over hoe het is om met je vriendje of vriendinnetje intiem te zijn. Praten over begrippen als vrijwilligheid en verwachtingen, over druk van buitenaf en hoe het voelt als je iets niet wilt, of juist wél. Over verkrachting en hoe je jezelf daartegen kunt beschermen. Over daderschap en hoe je kunt voorkomen dat jij straks dader wordt. Over stoer doen en jezelf zijn, ook als het om seks gaat. Over inpalmen en grooming, over de trucjes die misbruikers gebruiken om iemand in hun macht te krijgen. Over al die dingen en meer, moeten we zonder te blozen kunnen praten met elkaar. Zonder daarbij overmatig normatief te zijn, terwijl we wél duidelijk maken wat toelaatbaar en ontoelaatbaar gedrag is in onze maatschappij.

Uitnodigen tot een open gesprek over seksualiteit

Inmiddels staat praten over seksualiteit en seksueel misbruik in het competentieprofiel van de jeugdzorg medewerker. Daarmee zijn we er nog lang niet, maar het begin is gemaakt. Naast jeugdzorg zou ik er voor pleiten om dit in alle opleidingen van mensen die met mensen werken op te nemen. Want praten is noodzakelijk. Als je over seksueel misbruik niet kunt en mag praten blijf je in je eentje worstelen met de vraagstukken die dit in je leven creëert. Dat zijn grote levensthema’s: relatie, intimiteit, omgaan met autoriteit, vertrouwen, schuldgevoel, vergeving en eigenwaarde.

Praten over seksueel misbruik is heel gewoon

Mijn visie voor de toekomst is dat praten over seksueel misbruik heel gewoon wordt. Dat het nét zo gewoon is als vertellen dat je Katholiek bent opgevoed, of dat je van katten houdt. Deze voorbeelden zijn niet zomaar gekozen: ze vertegenwoordigen een ongeveer even grote bevolkingsgroep als slachtoffers van seksueel misbruik. Wanneer je dat werkelijk tot je door laat dringen, dan besef je dat er werk aan de winkel is.

Ivonne Meeuwsen is WE CAN changemaker en coacht mensen die met seksueel misbruik te maken hebben gehad in hun jeugd en/of hun partners. Ivonne is auteur van het boek ‘Helen van seksueel misbruik. Het trauma voorbij’. Lees meer op haar website helenvanseksueelmisbruik.nl. Op 1 november 2014 organiseert Ivonne in samenwerking met Lien Daams van JeBesteBest een symposium voor hulpverleners, beleidsmakers en anderszins betrokkenen. Lees meer op de website